2.2.3Uitgaven voor interne O&O volgens ondernemingsgrootte

Figuur 4a en Figuur 4b geven de verdeling weer van de uitgaven voor interne O&O voor respectievelijk 2020 en 2021 over verschillende ondernemingsgroottes. Uit deze figuren blijkt duidelijk dat de grootste ondernemingen het meest spenderen aan O&O. Het resultaat voor andere ondernemingsgroottes, zoals blijkt uit de distributie, mag echter evenmin uit het oog verloren worden. Het relatieve aandeel van micro ondernemingen, met minder dan 10 werknemers, is enigszins groter in de cijfers voor 2021 dan voor 2020. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de bevraging van micro ondernemingen ook fijnmaziger was in de Vragenlijst Onderzoek & Ontwikkeling (die kalenderjaar 2021 bevroeg) dan in de Innovatievragenlijst (die de O&O-cijfers van kalenderjaar 2020 bevroeg). In de Vragenlijst Onderzoek & Ontwikkeling werd meer moeite gedaan om nieuwe O&O-actieve micro ondernemingen te detecteren.

Figuur 4a. Uitgaven voor interne O&O in 2020 volgens grootte van de onderneming

1-9 personeelsleden10-49 personeelsleden50-249 personeelsleden250-499 personeelsleden500 of meer personeelsleden4,57%15,59%21,23%11,05%47,56%500 of meer per…: 47,56% 1-9 personeelsleden10-49 personeelsleden50-249 personeelsleden250-499 personeelsleden500 of meer personeelsleden4,57%15,59%21,23%11,05%47,56% 1-9 personeelsleden10-49 personeelsleden50-249 personeelsleden250-499 personeelsleden500 of meer personeelsleden4,57%15,59%21,23%11,05%47,56%

Figuur 4b. Uitgaven voor interne O&O in 2021 volgens grootte van de onderneming

1-9 personeelsleden10-49 personeelsleden50-249 personeelsleden250-499 personeelsleden500 of meer personeelsleden5,92%13,25%22,75%14,26%43,82%500 of meer per…: 43,82% 1-9 personeelsleden10-49 personeelsleden50-249 personeelsleden250-499 personeelsleden500 of meer personeelsleden5,92%13,25%22,75%14,26%43,82% 1-9 personeelsleden10-49 personeelsleden50-249 personeelsleden250-499 personeelsleden500 of meer personeelsleden5,92%13,25%22,75%14,26%43,82%

Figuur 5 geeft de verdeling weer van de uitgaven voor interne O&O voor 2021 over verschillende ondernemingsgroottes wanneer ondernemingen geanalyseerd worden op het niveau van de statistische onderneming (en wanneer dus voor een aantal ondernemingsgroepen meerdere entiteiten binnen de groep worden samengenomen en samen worden beschouwd als één entiteit met eigen beslissingsbevoegdheid), in lijn met de de verplichte rapporteringseisen van Eurostat vanaf referentiejaar 2021. De resultaten hiervan zijn vergelijkbaar met die welke we bekomen wanneer we alle entiteiten met eigen ondernemingsnummers apart beschouwen (Figuur 4b). Het is niet zo verwonderlijk dat bij rapportering op een meer geaggregeerd niveau (wanneer we werken met statistische ondernemingen) de aandelen van grote en middelgrote ondernemingen toenemen ten koste van de aandelen van kleine en micro ondernemingen, maar deze verschuiving is vrij klein. Werken met statistische ondernemingen in plaats van alle ondernemingsnummers afzonderlijk heeft voor rapportering van O&O-uitgaven in Vlaanderen in 2021 volgens ondernemingsgrootte dus nauwelijks een invloed.

Figuur 5. Uitgaven voor interne O&O in 2021 volgens grootte van de statistische onderneming

1-9 personeelsleden10-49 personeelsleden50-249 personeelsleden250-499 personeelsleden500 of meer personeelsleden5,49%12,83%20,82%16,28%44,59% 1-9 personeelsleden10-49 personeelsleden50-249 personeelsleden250-499 personeelsleden500 of meer personeelsleden5,49%12,83%20,82%16,28%44,59% 1-9 personeelsleden10-49 personeelsleden50-249 personeelsleden250-499 personeelsleden500 of meer personeelsleden5,49%12,83%20,82%16,28%44,59%

In deze benadering worden voor sommige ondernemingsgroepen meerdere ondernemingsnummers samengenomen wanneer één of meerdere van deze groepsleden louter diensten binnen de groep verrichten en zij samen een zekere graad van autonomie in beslissingsbevoegdheden bezitten.