Onderstaande printversie van het indicatorenboek werd door uw browser gegenereerd, en zal niet steeds optimaal ogen. Via de ingebouwde printfunctie op de website van het Indicatorenboek (ronde knop rechts bovenaan) kan u een printvriendelijke PDF genereren met mooi ogende lay-out.
5.1.7Vlaanderen in de Europese rangschikking
Vlaanderen wordt hieronder vergeleken met de 32 landen die ook lid zijn van de Europese Economische Onderzoeksruimte (kortweg EER). De EER omvat aldus de 27 lidstaten van de Europese Unie, alsook IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Turkije en Zwitserland. Het stelt hen in staat deel uit te maken van de interne markt van de EU. Zwitserland is geen EU- of EER-lid, maar maakt deel uit van de interne markt - dit betekent dat Zwitserse staatsburgers dezelfde rechten hebben om in België te wonen en te werken als andere EER-onderdanen.die ook deelnemen aan H2020. Liechtenstein had slechts 6 deelnames maar haalde geen deelnamebudget binnen.
Dit is een andere benchmark dan de analyse van het Zevende Kaderprogramma waar we enkel die landen meenamen met een BBP groter dan 100 miljard euro en meer dan 1 000 deelnames. De deelnametoelage wordt in deze oefening gerelateerd aan respectievelijk het Bruto Binnenlands Product (BBP) en het aantal inwoners in het desbetreffende land (of regio).
In Figuur 5 wordt de deelnametoelage gerelateerd aan het BBP1. Vlaanderen scoort goed met een zesde plaats in deze benchmarkoefening. België eindigt op de vijfde plaats. De top-4 bestaat uit Cyprus, Estland, Griekenland en Slovenië. De top-10 wordt verder aangevuld door Finland, Nederland, Ijsland en Denemarken.
Figuur 5. Deelnametoelage (in duizend euro) / BBP (in miljard euro)
Wanneer de deelnametoelage wordt gerelateerd aan het aantal inwoners2 (zie Figuur 6), eindigt Vlaanderen op de negende en België op de tiende plaats. Ijsland, Cyprus en Luxemburg staan in voor de top-3. Deze landen hebben dan ook geen hoge bevolkingsgraad. Net zoals Malta eigenlijk, maar zij zijn pas terug te vinden op de 25ste plaats. Op de 4de, 5de en 7de plaats volgen de Scandinavische landen Noorwegen, Denemarken en Finland. Nederland presteert ook goed en eindigt voorlopig op een 6de plaats.
Ook uit deze benchmark kan dus worden afgeleid dat Vlaanderen (en België) het helemaal niet slecht doet in de tussentijdse analyse van H2020. Beide behalen voorlopig betere resultaten dan de grootste EU-lidstaten Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië.
Figuur 6. Deelnametoelage (in duizend euro) / aantal inwoners (in duizendtallen)
In Figuur 7 wordt de deelname van de Vlaamse universiteiten bekeken in de HES-ranking van H2020, waarbij HES staat voor ‘Higher Education Services’. Enkel de top-10 van universiteiten of hogescholen werd opgenomen in de vergelijking. Net zoals in het Zevende Kaderprogramma neemt de University of Cambridge de eerste plaats qua aantal deelnames maar de University of Oxford haalt het grootste budget naar zich toe. KU Leuven eindigt voorlopig op de vijfde plaats wat betreft het aantal deelnames en op een gedeelde (met Imperial College of Science, Technology and Medecine) vijfde plaats wat betreft deelnametoelage.
Figuur 7. Top-10 van de universiteiten, in een internationale ranking, gesorteerd volgens aantal deelnames en deelnametoelage (in miljoen euro)
1 BBP Vlaanderen (bron: Hermreg) – jaar 2019; BBP andere landen (bron: Eurostat) – jaar 2019
2 Aantal inwoners VLA (bron: statistiek Vlaanderen) – jaar 2019; Aantal inwoners andere landen (bron: Eurostat) – jaar 2019