3.1.1 Instroom in het Vlaamse hoger onderwijs

Vanaf het academiejaar 2019-2020 zijn de opleidingen van het hoger beroepsonderwijs – de HBO5-opleidingen – overgeheveld van de centra voor volwassenenonderwijs naar de hogescholen en bieden deze laatste instellingen dan ook graduaatsopleidingen en HBO5-opleidingen in afbouw aan. Naar aanleiding hiervan is ook de definitie van generatiestudent aangepast. Vóór het academiejaar 2019-2020 waren generatiestudenten gedefinieerd als studenten die zich onder diplomacontract in een bepaald academiejaar voor het eerst inschreven in een professionele of academische bacheloropleiding in het Vlaamse hoger onderwijs. Vanaf het academiejaar 2019-2020 zijn generatiestudenten studenten die zich onder diplomacontract in een bepaald academiejaar voor het eerst inschrijven in een opleiding van het hoger beroepsonderwijs, of in een professionele of academische bacheloropleiding in het Vlaamse hoger onderwijs. Bij de interpretatie van de cijfers moet hier mee rekening gehouden worden. De HBO5-opleidingen Verpleegkunde, die aangeboden worden door scholen voor secundair onderwijs, worden niet meegenomen in de cijfers.

In het academiejaar 2021-2022 stroomden 52.008 generatiestudenten in het Vlaamse hoger onderwijs in. Bijna 60% van deze generatiestudenten (30.181 generatiestudenten of 58,03%) zijn gestart aan een hogeschool. Van deze generatiestudenten startten 4.664 studenten (of 15,45%) in een graduaatsopleiding, 24.379 studenten (of 80,78%) in een professionele bacheloropleiding en 1.138 studenten (of 3,77%) in een academische bacheloropleiding (1.043 generatiestudenten in een kunstopleiding en 95 in de Hogere Zeevaartschool). Met ingang van het academiejaar 2013-2014 zijn de vroegere academisch gerichte hogeschoolopleidingen geïntegreerd in de universiteiten. De enige uitzonderingen hierop zijn 1) de academische kunstopleidingen, zijnde de opleidingen in de studiegebieden Muziek en podiumkunsten en Audiovisuele en beeldende kunst die binnen een hogeschool ondergebracht zijn in een School of Arts en 2) de opleidingen in het studiegebied Nautische wetenschappen aangeboden door de Hogere Zeevaartschool.

De universiteiten trokken 42,97% (of 21.827 generatiestudenten) aan van het totale aantal generatiestudenten.

Figuur 1 geeft de evolutie weer van het aantal generatiestudenten in de bacheloropleidingen over de periode 2012-2013 tot en met 2021-2022, opgesplitst naar professionele bacheloropleidingen (PBA), academische bacheloropleidingen (ABA) en totaal. Het betreft hier de actieve inschrijvingen van generatiestudenten, zijnde inschrijvingen waarvoor de student niet is uitgeschreven in de loop van het academiejaar. Aangezien de opleidingen van het hoger beroepsonderwijs pas vanaf het academiejaar 2019-2020 aangeboden worden door de hogescholen, zijn deze generatiestudenten niet meegenomen in deze evolutietabel.

Figuur 1. Evolutie van het aantal generatiestudenten in de bacheloropleidingen

ABA PBATotaal05.00010.00015.00020.00025.00030.00035.00040.00045.00050.000Aantal generatiestudenten2012-20132013-20142014-20152015-20162016-20172017-20182018-20192019-20202020-20212021-2022Academiejaar050001000015000200002500030000350004000045000500002012-20132013-20142014-20152015-20162016-20172017-20182018-20192019-20202020-20212021-2022 ABA PBATotaal010.00020.00030.00040.00050.000Aantal generatiestudenten2012-20132013-20142014-20152015-20162016-20172017-20182018-20192019-20202020-20212021-2022Academiejaar010000200003000040000500002012-20132013-20142014-20152015-20162016-20172017-20182018-20192019-20202020-20212021-2022 ABA PBATotaal010.00020.00030.00040.00050.000Aantal generatiestudenten2012-20132013-20142014-20152015-20162016-20172017-20182018-20192019-20202020-20212021-2022Academiejaar010000200003000040000500002012-20132013-20142014-20152015-20162016-20172017-20182018-20192019-20202020-20212021-2022

Bron: Databank Hoger Onderwijs

Bekeken over de gehele periode is het aantal generatiestudenten in de bacheloropleidingen met 3,53% toegenomen (van 45.730 generatiestudenten in het academiejaar 2012-2013 naar 47.344 in 2011-2022). De evolutie van het aantal generatiestudenten bij de academische bacheloropleidingen is enigszins verschillend van deze bij de professionele bacheloropleidingen. De academische bacheloropleidingen kenden een gestage toename vanaf het academiejaar 2015-2016 (van 20.519 generatiestudenten in 2014-2015 naar 22.965 generatiestudenten in 2021-2022 of +11,92%). Bij de professionele bacheloropleidingen zag men een toename van het aantal generatiestudenten tot en met het academiejaar 2016-2017 (26.992 generatiestudenten), en daarna een lichte, continue afname (24.379 generatiestudenten in het academiejaar 2021-2022).

De verhouding van het aantal generatiestudenten in het Vlaamse hoger onderwijs ten opzichte van het aantal achttienjarigen woonachtig in Vlaanderen, geeft een indicatie van de participatie aan het hoger onderwijs. De hier gehanteerde cijfers omvatten het aantal achttienjarigen in het Vlaams Gewest + 50% van het aantal achttienjarigen woonachtig in het Brussels Gewest. In het academiejaar 2021-2022 was de verhouding van het totaal aantal generatiestudenten in het Vlaamse hoger onderwijs ten opzichte van het aantal achttienjarigen 71,33%. In het academiejaar 2012-2013 bedroeg deze relatieve deelname aan het hoger onderwijs 62,15%, in 2018-2019 65,01%. De sterke stijging vanaf het academiejaar 2019-2020 is te wijten aan het meenemen van de generatiestudenten uit het hoger beroepsonderwijs (graduaten en HBO5-opleidingen in afbouw aan de hogescholen).  

Opgesplitst naar soort opleiding bedroeg in het academiejaar 2021-2022 de verhouding van het aantal generatiestudenten ten opzichte van het aantal Vlaamse achttienjarigen voor de professionele bacheloropleidingen 33,44%, voor de academische bacheloropleidingen 31,50% en voor de opleidingen in het hoger beroepsonderwijs 6,40%.  

In het hoger beroepsonderwijs koos in het academiejaar 2021-2022 bijna de helft van het aantal generatiestudenten (43,50% of 2.029 studenten) voor een graduaatsopleiding in het studiegebied Handelswetenschappen en bedrijfskunde. 26,89% van de generatiestudenten (1.254 studenten) koos voor een graduaatsopleiding in het studiegebied Sociaal-agogisch werk en 20,24 % (of 944 studenten) schreef zich in voor een graduaatsopleiding in het studiegebied Industriële wetenschappen en technologie.

Bij de professionele bacheloropleidingen koos in het academiejaar 2021-2022 ongeveer een vierde van het aantal generatiestudenten (25,85% of 6.303 generatiestudenten) voor een bacheloropleiding in het studiegebied Handelswetenschappen en bedrijfskunde. Het studiegebied Industriële wetenschappen en technologie kwam op de 2de plaats, met 5.166 generatiestudenten (21,19%). Dit studiegebied kende in het academiejaar 2021-2022 een sterke toename van het aantal generatiestudenten. Deze toename is wellicht voor een groot deel te wijten aan het verschuiven van de bacheloropleiding Toegepaste Informatica van het studiegebied Handelswetenschappen en bedrijfskunde naar het studiegebied Industriële wetenschappen en technologie. Het studiegebied Gezondheidszorg staat op de derde plaats voor het aantrekken van generatiestudenten (4.201 in 2021-2022). Dit studiegebied kende een groei tot en met het academiejaar 2016-2017, vanaf het academiejaar 2017-2018 nam het aantal generatiestudenten in dit studiegebied gestaag af (van 4.984 in 2016-2017 naar 4.201 in 2021-2022). In het studiegebied Onderwijs, dat pas op de 5de plaats komt na het studiegebied Sociaal-agogische wetenschappen, stelde men een lichte toename vast van het aantal generatiestudenten in de academiejaren 2019-2020 (3.853 generatiestudenten) en 2020-2021 (3.980 generatiestudenten), gevolgd door een afname van het aantal generatiestudenten naar 3.465 in het academiejaar 2021-2022.  

Figuur 2 geeft voor de professionele bacheloropleidingen de studiegebieden weer met meer dan 1.000 generatiestudenten, en dit zowel voor het academiejaar 2012-2013 als voor 2021-2022.

Figuur 2. Generatiestudenten professionele bachelors

2012-20132021-202201.0002.0003.0004.0005.0006.0007.0008.000Aantal generatiestudentenGezondheidszorgHandelswet en bedrijfskundeIndustriële wet en technologieOnderwijsSociaal-agogisch werkStudiegebieden010002000300040005000600070008000GezondheidszorgHandelswet en bedrijfskundeIndustriële wet en technologieOnderwijsSociaal-agogisch werk 2012-20132021-202201.0002.0003.0004.0005.0006.0007.0008.000Aantal generatiestudentenGezondheidszorgHandelswet en bedrijfskundeIndustriële wet en technologieOnderwijsSociaal-agogisch werkStudiegebieden010002000300040005000600070008000GezondheidszorgHandelswet en bedrijfskundeIndustriële wet en technologieOnderwijsSociaal-agogisch werk 2012-20132021-202202.0004.0006.0008.000Aantal generatiestudentenGezondheidszorgHandelswet en bedrijfskundeIndustriële wet en technologieOnderwijsSociaal-agogisch werkStudiegebieden02000400060008000GezondheidszorgHandelswet en bedrijfskundeIndustriële wet en technologieOnderwijsSociaal-agogisch werk

Bron: Databank Hoger Onderwijs

Van de generatiestudenten die in het academiejaar 2021-2022 instroomden in een academische bacheloropleiding aan een universiteit kozen 2.653 studenten (of 12,15%) voor een opleiding in het studiegebied Rechten, notariaat en criminologische wetenschappen. Het studiegebied Economische en toegepaste economische wetenschappen is het tweede populairste studiegebied: in 2021-2022 kozen 2.116 generatiestudenten (of 9,69%) voor een opleiding in dit studiegebied. Het studiegebied Psychologie en pedagogische wetenschappen komt op de derde plaats en trok in het academiejaar 2021-2022 1.815 generatiestudenten aan (= 8,32% van het aantal generatiestudenten in een academische bacheloropleiding).

Figuur 3 geeft voor de academische bacheloropleidingen de studiegebieden weer met meer dan 1.000 generatiestudenten, en dit zowel voor het academiejaar 2012-2013 als voor 2021-2022.

Figuur 3. Generatiestudenten academische bachelors

2012-20132021-202205001.0001.5002.0002.5003.000Aantal generatiestudentenBewegings- en revalidatiewetBiomedische wetenschappenEconomische weten TEWHandelswet en bedrijfskundeIndustriële wet en technologiePolitieke en sociale wetPsychologie en pedag wetRechten, notariaat en crimwetToegepaste wetenschappenWetenschappenStudiegebieden050010001500200025003000Bewegings- en revalidatiewetBiomedische wetenschappenEconomische weten TEWHandelswet en bedrijfskundeIndustriële wet en technologiePolitieke en sociale wetPsychologie en pedag wetRechten, notariaat en crimwetToegepaste wetenschappenWetenschappen 2012-20132021-202205001.0001.5002.0002.5003.000Aantal generatiestudentenBewegings- en revalidatiewetBiomedische wetenschappenEconomische weten TEWHandelswet en bedrijfskundeIndustriële wet en technologiePolitieke en sociale wetPsychologie en pedag wetRechten, notariaat en crimwetToegepaste wetenschappenWetenschappenStudiegebieden050010001500200025003000Bewegings- en revalidatiewetBiomedische wetenschappenEconomische weten TEWHandelswet en bedrijfskundeIndustriële wet en technologiePolitieke en sociale wetPsychologie en pedag wetRechten, notariaat en crimwetToegepaste wetenschappenWetenschappen 2012-20132021-202201.0002.0003.000Aantal generatiestudentenBewegings- en revalidatiewetBiomedische wetenschappenEconomische weten TEWHandelswet en bedrijfskundeIndustriële wet en technologiePolitieke en sociale wetPsychologie en pedag wetRechten, notariaat en crimwetToegepaste wetenschappenWetenschappenStudiegebieden0100020003000Bewegings- en revalidatiewetBiomedische wetenschappenEconomische weten TEWHandelswet en bedrijfskundeIndustriële wet en technologiePolitieke en sociale wetPsychologie en pedag wetRechten, notariaat en crimwetToegepaste wetenschappenWetenschappen

Bron: Databank Hoger Onderwijs

Tabel 1 geeft voor de generatiestudenten in het academiejaar 2021-2022 het aantal inschrijvingen weer in de STEM-richtingen en de niet STEM-richtingen, en dit zowel voor de graduaatsopleidingen van het hoger beroepsonderwijs (GRAD), de professionele bacheloropleidingen (PBA) en de academische bacheloropleidingen (ABA). Vanaf het academiejaar 2021-2022 wordt er voor de STEM-opleidingen op een andere manier gerapporteerd, namelijk volgens Eurostat (op basis van ISCED Field of Study). Een vergelijking met de vorige academiejaren is dan ook niet mogelijk.

Tabel 1. Inschrijvingen in het academiejaar 2021-2022 van de generatiestudenten in STEM en niet-STEM studierichtingen

Aantal inschrijvingenAantal STEMAantal Niet- STEM% STEM HO
PBA24.3794.45719.92218,3%
GRAD4.6641.7172.94736,8%
ABA22.9655.45217.51323,7%
totaal52.00811.62640.38222,4%
Aantal inschrijvingenAantal STEMAantal Niet- STEM% STEM HO
PBA24.3794.45719.92218,3%
GRAD4.6641.7172.94736,8%
ABA22.9655.45217.51323,7%
totaal52.00811.62640.38222,4%
Aantal inschrijvingenAantal STEMAantal Niet- STEM% STEM HO
PBA24.3794.45719.92218,3%
GRAD4.6641.7172.94736,8%
ABA22.9655.45217.51323,7%
totaal52.00811.62640.38222,4%

Bron: Databank Hoger Onderwijs

Van de generatiestudenten die in het academiejaar 2021-2022 instroomden in het Vlaamse hoger onderwijs zijn er ongeveer 55% vrouwelijke studenten en 45% mannelijke studenten. Deze verhouding is de laatste 10 jaar ongeveer constant gebleven. Bij de professionele bacheloropleidingen was in het academiejaar 2021-2022 de man-vrouw verhouding 43,52% versus 56,48%, bij de academische bacheloropleiding 45,00% versus 55,00%. In het hoger beroepsonderwijs krijgt men een enigszins ander beeld. Bij de generatiestudenten was de man-verhouding 58,64% - 41,36%. Enkel het studiegebied Sociaal-agogisch werk kende bij de graduaatsopleidingen een overwegend vrouwelijke instroom van generatiestudenten (75%), in alle andere studiegebieden stromen meer mannelijke dan vrouwelijke generatiestudenten in.

De verhouding vrouwelijke generatiestudenten ten opzichte van het aantal vrouwelijke achttienjarigen woonachtig in Vlaanderen bedroeg in het academiejaar 2021-2022 79,91%, voor de mannelijke generatiestudenten ten opzichte van het aantal mannelijke achttienjarige was dit percentage 63,21%. Er participeren verhoudingsgewijs beduidend meer vrouwelijke achttienjarigen aan het hoger onderwijs dan mannelijke. 

Figuur 4, die zowel voor de professionele als voor de academische opleidingen de genderverhouding voor de studiegebieden met het grootst aantal generatiestudenten in het academiejaar 2021-2022 weergeeft, geeft duidelijk aan dat er op het gebied van gender grote verschillen tussen de studiegebieden bestaan. Bij de professionele bacheloropleidingen trekken de studiegebieden Gezondheidszorg, Onderwijs en Sociaal-agogisch werk hoofdzakelijk vrouwelijke generatiestudenten aan. In het studiegebied Industriële wetenschappen stromen overwegend mannelijke generatiestudenten in. Ook bij de academische opleidingen zijn er grote verschillen in de man-vrouwverhouding tussen de studiegebieden. Zo trekken de studiegebieden Industriële wetenschappen en technologie, Toegepaste wetenschappen, Wetenschappen en Economische en toegepaste economische wetenschappen een overwegend mannelijk studentenpubliek aan. In het studiegebied Psychologie en pedagogische wetenschappen stromen overwegend vrouwelijke generatiestudenten in.

Figuur 4. Genderverhouding generatiestudenten 2021-2022

MannenVrouwen0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%100%Genderverhouding generatiestudentenGezondheidszorgHandelswet. en bedrijfskundeIndustriële wet. en technologieOnderwijsSociaal-agogisch werkTotaal professionele bachelorsBewegings- en revalidatiewet.Biomedische wetenschappenEconomische wet.en TEWHandelswetensch. en bedrijfskundeIndustriële wetensch. en technologiePolitieke en sociale wetenschappenPsychologie en pedagogische wet.Rechten notariaat en criminologische wet.Toegepaste wetenschappenWetenschappenTotaal academische bachelorsStudiegebieden0102030405060708090100GezondheidszorgHandelswet. en bedrijfskundeIndustriële wet. en technologieOnderwijsSociaal-agogisch werkTotaal professionele bachelorsBewegings- en revalidatiewet.Biomedische wetenschappenEconomische wet.en TEWHandelswetensch. en bedrijfskundeIndustriële wetensch. en technologiePolitieke en sociale wetenschappenPsychologie en pedagogische wet.Rechten notariaat en criminologische wet.Toegepaste wetenschappenWetenschappenTotaal academische bachelors MannenVrouwen0%20%40%60%80%100%Genderverhouding generatiestudentenGezondheidszorgHandelswet. en bedrijfskundeIndustriële wet. en technologieOnderwijsSociaal-agogisch werkTotaal professionele bachelorsBewegings- en revalidatiewet.Biomedische wetenschappenEconomische wet.en TEWHandelswetensch. en bedrijfskundeIndustriële wetensch. en technologiePolitieke en sociale wetenschappenPsychologie en pedagogische wet.Rechten notariaat en criminologische wet.Toegepaste wetenschappenWetenschappenTotaal academische bachelorsStudiegebieden020406080100GezondheidszorgHandelswet. en bedrijfskundeIndustriële wet. en technologieOnderwijsSociaal-agogisch werkTotaal professionele bachelorsBewegings- en revalidatiewet.Biomedische wetenschappenEconomische wet.en TEWHandelswetensch. en bedrijfskundeIndustriële wetensch. en technologiePolitieke en sociale wetenschappenPsychologie en pedagogische wet.Rechten notariaat en criminologische wet.Toegepaste wetenschappenWetenschappenTotaal academische bachelors MannenVrouwen0%20%40%60%80%100%Genderverhouding generatiestudentenGezondheidszorgHandelswet. en bedrijfskundeIndustriële wet. en technologieOnderwijsSociaal-agogisch werkTotaal professionele bachelorsBewegings- en revalidatiewet.Biomedische wetenschappenEconomische wet.en TEWHandelswetensch. en bedrijfskundeIndustriële wetensch. en technologiePolitieke en sociale wetenschappenPsychologie en pedagogische wet.Rechten notariaat en criminologische wet.Toegepaste wetenschappenWetenschappenTotaal academische bachelorsStudiegebieden020406080100GezondheidszorgHandelswet. en bedrijfskundeIndustriële wet. en technologieOnderwijsSociaal-agogisch werkTotaal professionele bachelorsBewegings- en revalidatiewet.Biomedische wetenschappenEconomische wet.en TEWHandelswetensch. en bedrijfskundeIndustriële wetensch. en technologiePolitieke en sociale wetenschappenPsychologie en pedagogische wet.Rechten notariaat en criminologische wet.Toegepaste wetenschappenWetenschappenTotaal academische bachelors

Bron: Databank Hoger Onderwijs