Onderstaande printversie van het indicatorenboek werd door uw browser gegenereerd, en zal niet steeds optimaal ogen. Via de ingebouwde printfunctie op de website van het Indicatorenboek (ronde knop rechts bovenaan) kan u een printvriendelijke PDF genereren met mooi ogende lay-out.
3.4.1Totale O&O-personeel volgens sector
In eerste instantie wordt gekeken hoeveel mensen er O&O-activiteiten uitvoeren, alsook naar de verdeling van het O&O- personeel over de verschillende sectoren.
Tabel 1 toont de evolutie van het O&O-personeel tussen 2009 en 2019 in totaal en per sector (in voltijdse equivalenten). In 2019 waren er 59.283 voltijdse equivalenten tewerkgesteld in Vlaanderen in de ondernemingen en de non-profit sector samen. Het totale O&O-personeel nam tussen 2009 en 2019 gestaag toe in alle sectoren. De voorbije vijf jaren is het totale O&O-personeel met bijna een derde gestegen. Voor de ondernemingen (BES) is deze stijging met 47% het grootst, maar ook binnen de publieke onderzoekscentra (GOV, vb. IMEC, VITO, Flanders Make,...) nam het O&O-personeel met ongeveer 30% toe. De ondernemingen blijven de belangrijkste groep van O&O-spelers.
Tabel 1. Totale O&O-personeel (in voltijdse equivalenten), opgedeeld naar sector (2009-2019)
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | % groei 2014-2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
BES | 21.954 | 21.568 | 22.621 | 23.255 | 24.026 | 26.134 | 27.599 | 29.286 | 31.694 | 34.179 | 38.386 | 46,9% |
GOV | 3.196 | 3.262 | 3.365 | 3.722 | 3.832 | 4.141 | 4.212 | 4.486 | 4.767 | 5.149 | 5.372 | 29,7% |
PNP | 153 | 167 | 172 | 120 | 131 | 241 | 252 | 269 | 280 | 279 | 302 | 25,1% |
HES gewest | 12.205 | 12.881 | 13.149 | 13.408 | 13.817 | 14.299 | 14.454 | 13.917 | 14.107 | 14.711 | 15.223 | 6,5% |
Totaal GERD Vlaams gewest | 37.508 | 37.879 | 39.307 | 40.505 | 41.806 | 44.815 | 46.516 | 47.959 | 50.847 | 54.318 | 59.283 | 32,3% |
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | % groei 2014-2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
BES | 21.954 | 21.568 | 22.621 | 23.255 | 24.026 | 26.134 | 27.599 | 29.286 | 31.694 | 34.179 | 38.386 | 46,9% |
GOV | 3.196 | 3.262 | 3.365 | 3.722 | 3.832 | 4.141 | 4.212 | 4.486 | 4.767 | 5.149 | 5.372 | 29,7% |
PNP | 153 | 167 | 172 | 120 | 131 | 241 | 252 | 269 | 280 | 279 | 302 | 25,1% |
HES gewest | 12.205 | 12.881 | 13.149 | 13.408 | 13.817 | 14.299 | 14.454 | 13.917 | 14.107 | 14.711 | 15.223 | 6,5% |
Totaal GERD Vlaams gewest | 37.508 | 37.879 | 39.307 | 40.505 | 41.806 | 44.815 | 46.516 | 47.959 | 50.847 | 54.318 | 59.283 | 32,3% |
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | % groei 2014-2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
BES | 21.954 | 21.568 | 22.621 | 23.255 | 24.026 | 26.134 | 27.599 | 29.286 | 31.694 | 34.179 | 38.386 | 46,9% |
GOV | 3.196 | 3.262 | 3.365 | 3.722 | 3.832 | 4.141 | 4.212 | 4.486 | 4.767 | 5.149 | 5.372 | 29,7% |
PNP | 153 | 167 | 172 | 120 | 131 | 241 | 252 | 269 | 280 | 279 | 302 | 25,1% |
HES gewest | 12.205 | 12.881 | 13.149 | 13.408 | 13.817 | 14.299 | 14.454 | 13.917 | 14.107 | 14.711 | 15.223 | 6,5% |
Totaal GERD Vlaams gewest | 37.508 | 37.879 | 39.307 | 40.505 | 41.806 | 44.815 | 46.516 | 47.959 | 50.847 | 54.318 | 59.283 | 32,3% |
Bron: EWI en Belspo.
Figuur 1 toont het totale O&O-personeel opgedeeld naar sector voor 2019. Ongeveer 65% van het totale O&O-personeel is tewerkgesteld bij de ondernemingen. Daarna volgt het hoger onderwijs met ruim een kwart van het O&O-personeel. Tenslotte werkt ruim 9% in de publieke onderzoekscentra. Het aandeel van de ondernemingen in het totaal O&O-personeel nam lange tijd af, maar neemt sinds 2013 opnieuw gestaag toe. Een ander patroon valt te noteren bij het hoger onderwijs (HES) waar het aandeel O&O-personeel de laatste jaren afneemt, terwijl het aandeel van de publieke onderzoekscentra (GOV) ongeveer gelijk blijft.
Figuur 1. Totale O&O-personeel, opgedeeld naar sector voor 2019
Tabel 2 geeft de verdeling van het O&O-personeel naar functie en sector voor 2019 (in voltijdse equivalenten) weer. Het percentage onderzoekers ligt het hoogst in het hoger onderwijs met ruim 80%. Voor de ondernemingen schommelt dit rond de 55% en voor de publieke centra ligt het rond de 72%. Bijgevolg is het aandeel technisch en overig personeel binnen de ondernemingen en de publieke onderzoekscentra met ruim een kwart van het totale O&O-personeel een pak hoger dan binnen het hoger onderwijs.
Tabel 2. Totale O&O-personeel (in voltijdse equivalenten), opgedeeld naar functies en sector voor 2019
Onderzoekers | Technisch en overig personeel | |
---|---|---|
BES ondernemingen | 55,4% | 44,6% |
BES collectieve centra | 63,4% | 36,6% |
HES gewest | 81,4% | 18,6% |
GOV | 72,2% | 27,8% |
PNP | 79,7% | 20,3% |
Onderzoekers | Technisch en overig personeel | |
---|---|---|
BES ondernemingen | 55,4% | 44,6% |
BES collectieve centra | 63,4% | 36,6% |
HES gewest | 81,4% | 18,6% |
GOV | 72,2% | 27,8% |
PNP | 79,7% | 20,3% |
Onderzoekers | Technisch en overig personeel | |
---|---|---|
BES ondernemingen | 55,4% | 44,6% |
BES collectieve centra | 63,4% | 36,6% |
HES gewest | 81,4% | 18,6% |
GOV | 72,2% | 27,8% |
PNP | 79,7% | 20,3% |
Tabel 3 geeft de verdeling van het O&O-personeel naar diploma en sector voor 2019 (in voltijdse equivalenten) weer. Het percentage van het O&O-personeel met minimaal een masterdiploma ligt het hoogst in het hoger onderwijs met ruim 86%. Ook binnen de publieke onderzoekscentra heeft meer dan twee derde minimaal een masterdiploma behaald. Dit cijfer is niet helemaal vergelijkbaar met de ondernemingen omdat daar enkel gevraagd werd de O&O-medewerkers te verdelen over doctoraathouders, personeel met een diploma hoger onderwijs (Bachelor of Master), of het O&O-personeel zonder diploma hoger onderwijs. Bij de ondernemingen heeft 12,4% van het O&O-personeel een doctoraatdiploma behaald. Bij de publieke onderzoekscentra heeft bijna 1 op 5 van het O&O-personeel een bachelordiploma behaald.
Tabel 3. Totale O&O-personeel (in voltijdse equivalenten), opgedeeld naar diploma en sector voor 2019
Doctoraat + Master | Bachelor | Andere kwalificaties | |
---|---|---|---|
BES ondernemingen* | 91,6% | 8,4% | |
BES collectieve centra | 57,9% | 25,6% | 16,5% |
HES gewest | 86,5% | 10,7% | 2,9% |
GOV | 71,1% | 17,1% | 11,8% |
PNP | 82,3% | 12,4% | 5,2% |
Doctoraat + Master | Bachelor | Andere kwalificaties | |
---|---|---|---|
BES ondernemingen* | 91,6% | 8,4% | |
BES collectieve centra | 57,9% | 25,6% | 16,5% |
HES gewest | 86,5% | 10,7% | 2,9% |
GOV | 71,1% | 17,1% | 11,8% |
PNP | 82,3% | 12,4% | 5,2% |
Doctoraat + Master | Bachelor | Andere kwalificaties | |
---|---|---|---|
BES ondernemingen* | 91,6% | 8,4% | |
BES collectieve centra | 57,9% | 25,6% | 16,5% |
HES gewest | 86,5% | 10,7% | 2,9% |
GOV | 71,1% | 17,1% | 11,8% |
PNP | 82,3% | 12,4% | 5,2% |
* Bij de ondernemingen omvat het cijfer voor Doctoraat + Master ook de bachelordiploma's.
12,4% van het O&O-personeel in de ondernemingen heeft een doctoraat behaald.
Tabel 4 geeft de verdeling van het O&O-personeel naar geslacht en sector voor 2019 (in voltijdse equivalenten) weer. In het hoger onderwijs is het grootste evenwicht qua genderverdeling terug te vinden. Daar is er ongeveer 51% mannelijk O&O-personeel en 49% vrouwelijk O&O-personeel tewerkgesteld. Binnen de overige sectoren is deze verdeling toch duidelijk minder in evenwicht. Bij de publieke onderzoekscentra daalt dit tot ongeveer een derde vrouwelijk O&O-personeel. Bij de ondernemingen ligt dit duidelijk het laagst en bedraagt het aandeel vrouwelijk O&O-personeel ongeveer een kwart.
Tabel 4. Totale O&O-personeel (in voltijdse equivalenten), opgedeeld naar geslacht en sector voor 2019
Mannen | Vrouwen | |
---|---|---|
BES ondernemingen (in headcount) | 75,6% | 24,4% |
BES collectieve centra | 64,2% | 35,8% |
HES gewest | 51,1% | 48,9% |
GOV | 63,5% | 36,5% |
PNP | 61,5% | 38,5% |
Mannen | Vrouwen | |
---|---|---|
BES ondernemingen (in headcount) | 75,6% | 24,4% |
BES collectieve centra | 64,2% | 35,8% |
HES gewest | 51,1% | 48,9% |
GOV | 63,5% | 36,5% |
PNP | 61,5% | 38,5% |
Mannen | Vrouwen | |
---|---|---|
BES ondernemingen (in headcount) | 75,6% | 24,4% |
BES collectieve centra | 64,2% | 35,8% |
HES gewest | 51,1% | 48,9% |
GOV | 63,5% | 36,5% |
PNP | 61,5% | 38,5% |
Tabel 5 geeft de verdeling van het O&O-personeel naar functie, geslacht, en sector voor 2019 (in voltijdse equivalenten) weer. Wat betreft de onderzoekers binnen ondernemingen en publieke onderzoekscentra zijn er overwegend mannen tewerkgesteld. Binnen het hoger onderwijs is er duidelijk een groter genderevenwicht wat betreft de onderzoekers. Bij het technisch en ander personeel valt dan weer het vrouwelijk overwicht (66%) op binnen het hoger onderwijs.
Tabel 5. Totale O&O-personeel (in voltijdse equivalenten), opgedeeld naar functie, geslacht en sector voor 2019
Onderzoekers | Technisch en overig personeel | |||
---|---|---|---|---|
Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | |
BES ondernemingen (in headcount) | 76,7% | 23,3% | 74,3% | 25,7% |
BES collectieve centra | 61,6% | 38,4% | 68,8% | 31,2% |
HES gewest | 55,2% | 44,8% | 33,3% | 66,7% |
GOV | 69,1% | 30,9% | 49,0% | 51,0% |
PNP | 59,5% | 40,5% | 69,7% | 30,3% |
Onderzoekers | Technisch en overig personeel | |||
---|---|---|---|---|
Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | |
BES ondernemingen (in headcount) | 76,7% | 23,3% | 74,3% | 25,7% |
BES collectieve centra | 61,6% | 38,4% | 68,8% | 31,2% |
HES gewest | 55,2% | 44,8% | 33,3% | 66,7% |
GOV | 69,1% | 30,9% | 49,0% | 51,0% |
PNP | 59,5% | 40,5% | 69,7% | 30,3% |
Onderzoekers | Technisch en overig personeel | |||
---|---|---|---|---|
Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | |
BES ondernemingen (in headcount) | 76,7% | 23,3% | 74,3% | 25,7% |
BES collectieve centra | 61,6% | 38,4% | 68,8% | 31,2% |
HES gewest | 55,2% | 44,8% | 33,3% | 66,7% |
GOV | 69,1% | 30,9% | 49,0% | 51,0% |
PNP | 59,5% | 40,5% | 69,7% | 30,3% |
Tabel 6 geeft de verdeling van het O&O-personeel naar opleiding, geslacht, en sector voor 2019 (in voltijdse equivalenten) weer. De combinatie opleiding en geslacht toont aan dat het genderevenwicht opnieuw het grootst is binnen het hoger onderwijs, ook al is er nog een zeker overwicht van het mannelijk O&O-personeel. Binnen de andere sectoren is er heel wat meer mannelijk O&O-personeel dan vrouwelijk O&O-personeel tewerkgesteld met een masterdiploma of een doctoraat. Bij de bachelordiploma’s is er voor het hoger onderwijs een overwicht van vrouwelijk O&O-personeel.
Tabel 6. Totale O&O-personeel (in voltijdse equivalenten), opgedeeld naar opleiding, geslacht en sector voor 2019
Doctoraat + Master | Bachelor | Andere kwalificaties | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | |
BES ondernemingen* | NA | NA | NA | NA | NA | NA |
BES collectieve centra | 58,1% | 41,9% | 66,0% | 34,0% | 83,0% | 17,0% |
HES gewest | 53,9% | 46,1% | 32,5% | 67,5% | 37,3% | 62,7% |
GOV | 65,6% | 34,4% | 53,2% | 46,8% | 65,8% | 34,2% |
PNP | 57,6% | 42,4% | 74,3% | 25,7% | 100,0% | 0,0% |
Doctoraat + Master | Bachelor | Andere kwalificaties | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | |
BES ondernemingen* | NA | NA | NA | NA | NA | NA |
BES collectieve centra | 58,1% | 41,9% | 66,0% | 34,0% | 83,0% | 17,0% |
HES gewest | 53,9% | 46,1% | 32,5% | 67,5% | 37,3% | 62,7% |
GOV | 65,6% | 34,4% | 53,2% | 46,8% | 65,8% | 34,2% |
PNP | 57,6% | 42,4% | 74,3% | 25,7% | 100,0% | 0,0% |
Doctoraat + Master | Bachelor | Andere kwalificaties | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | |
BES ondernemingen* | NA | NA | NA | NA | NA | NA |
BES collectieve centra | 58,1% | 41,9% | 66,0% | 34,0% | 83,0% | 17,0% |
HES gewest | 53,9% | 46,1% | 32,5% | 67,5% | 37,3% | 62,7% |
GOV | 65,6% | 34,4% | 53,2% | 46,8% | 65,8% | 34,2% |
PNP | 57,6% | 42,4% | 74,3% | 25,7% | 100,0% | 0,0% |
* Deze vraag werd niet opgenomen in de tweejaarlijkse bevraging van de ondernemingen. Geen data beschikbaar.